Scannen op meerlingdracht

Scannen op dracht betekent het vaststellen of een ooi drachtig is, en zo ja, bepalen hoeveel embryos/lammetjes de ooi zal gaan werpen. Dit gebeurt door een echografie te maken in de buik van de ooi, op het moment dat de dracht in de periode van dag 40 tot 90 is. Dat wil zeggen minimaal een ruime maand ná het dekken en maximaal bijna 2 maanden vóór het aflammeren. Buiten deze periode is de betrouwbaarheid van het scanresultaat veel lager.

Tijdens het scannen lopen de ooien door een speciaal daarvoor ingerichte aanhanger met scanapparatuur en Judith ziet dan op het scherm wat de situatie is bij de desbetreffende ooi. Elke ooi krijgt dan een kleurstip op de flank, bijvoorbeeld blauw voor éénling, rood voor tweeling en groen voor gust. Op deze manier kunnen er tussen de 75 en 125 dieren per uur gescand worden. Daarnaast kan ervoor gekozen worden om direct in de aanhanger het oornummer van de ooi te lezen en het resultaat in de database vast te leggen. Vaak wordt er bovendien voor gekozen om direct tijdens/na het scannen groepen te maken van de verschillende dieren (splitsen), om zodoende meteen de voordelen te kunnen benutten en management maatregelen toepassen (voeding).

Judith scant inmiddels al ruim 15 jaar en met percentages van boven de 98% betrouwbaarheid wordt er met deze methode een zéér hoge mate van zekerheid verkregen over het aantal te verwachten lammeren. Guste dieren worden bovendien met 100% zekerheid gevonden.

Waarom scannen op dracht ?
– Guste dieren kunnen buiten blijven / niet op stal halen
– Tweelingen bijvoeren / betere weiden / eerder binnenhalen
– Voorkomen van te magere of te vette conditie van de ooi
– Zwaardere (tweeling) lammeren en een betere start
– Betere melkgift van de ooien meteen na het lammeren
– Minder uierontstekingen
– Minder acute melkziekte (vóór de lammertijd)
– Eenlingen blijven langer buiten, worden minder gevoerd en zijn langer inzetbaar in begrazingsseizoen
– Tijdens aflammeren weet je wat je te wachten staat. Denk aan stal indeling en organisatie
– Makkelijker adoptie lammeren toewijzen aan éénling-drachtige ooien
– Speciale aandacht voor eerste-lams ooien met een tweelingdracht
– Beter (buiten-)toezicht op de dieren die dat ook nodig hebben (o.a. voor melkziekte)

Als aanvulling op management:
– Groepen maken en voeren per groep op conditie afgestemd
– Guste dieren opnieuw bij de ram
– Onvruchtbare rammen in een vroeg stadium ontdekken
– Aantallen af te zetten lammeren nauwkeuriger in te schatten

Interesse ? Neem dan contact met ons op.